Al jaren procedeert het kantoor voor een cliënte, welke te kampen heeft gekregen met een reeks aan bestuursrechtelijke besluiten. Het eerste besluit, daar gaat het om, hier staat in vermeld wat er van je verlangd wordt. De volgende besluiten zien dan op de invordering. Cliënte had een brief geschreven dat zij het niet eens was met de gang van zaken. Dit was opgevat als een bezwaar tegen besluit II en niet tegen besluit I. Hiermee werden dan ook de inhoudelijke verweren van cliënte van tafel geveegd, zo ook door de bestuursrechter. Nu heeft het hoogste bestuursrechtelijke college, namelijk de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat cliënte wel degelijk duidelijk kenbaar heeft gemaakt wat haar inhoudelijke bezwaren waren en dat dat had moeten worden opgevat als een bezwaar tegen het eerste besluit. Hiermee krijgt cliënte aldus alsnog een eerlijke kans…